door Justin Catanoso – 2 april 2024, in Mongabay

*In maart ging Enviva, ’s werelds grootste producent van houtige biomassa voor industriële energie, failliet. Die catastrofale ineenstorting veroorzaakte een golf van politiek en economisch manoeuvres in de VS (een belangrijk land dat houtpellets produceert) en in Europa (een primaire industriële gebruiker van biomassa-energie in omgebouwde kolencentrales).

*Terwijl Enviva publiekelijk beweert dat het bedrijf het faillissement zal overleven, zegt een klokkenluider die in contact staat met bronnen binnen het bedrijf dat het niet zal blijven voldoen aan zijn contractverplichtingen voor houtpellets, en dat zijn productiefaciliteiten – geplaagd door chronische systemische productieproblemen – ondermaats zullen blijven presteren.

*Enviva en de bosbouwsector lijken nu te lobbyen bij de regering-Biden, in de hoop miljoenen aan kredieten voor hernieuwbare energie aan te boren in het kader van de Inflation Reduction Act. Milieuactivisten verzetten zich hiertegen. In maart maakten federale functionarissen een onderzoeksreis naar een Enviva-fabriek en naar lokale gemeenschappen die zeggen dat het bedrijf een grote vervuiler is.

*Ondertussen proberen sommige EU-landen nieuwe bronnen van houtpellets te vinden om te voldoen aan hun beloften op het gebied van duurzame energie in het kader van de Overeenkomst van Parijs. Het Britse Drax, een gebruiker van Enviva-pellets (en ook een grote pelletproducent), positioneert zichzelf om zijn pelletproductie in het zuiden van de VS aanzienlijk te verhogen en misschien te profiteren van IRA-subsidies.


De faillissementsaanvraag in maart door het in Maryland gevestigde Enviva – ‘s werelds grootste producent van houtpellets uit bosbiomassa – brengt een Europese Unie in rep en roer die sterk afhankelijk is van biomassa als een belangrijke, maar omstreden hernieuwbare energiebron.

Het faillissement bemoedigt ook Amerikaanse bosbeschermers die vastbesloten zijn om te voorkomen dat de regering-Biden nieuwe kredieten voor hernieuwbare energie gebruikt om het wankelende bedrijf te redden. Op 21 maart bezochten functionarissen van vijf federale agentschappen Noord- en Zuid-Carolina om met eigen ogen een Enviva-pelletsfabriek te zien en klachten over de milieurechtvaardigheid te horen over de gevolgen die deze heeft voor gemeenschappen met lage inkomens.

Het bedrijf wordt geconfronteerd met onmiddellijke bedreigingen voor haar levensvatbaarheid. Het gaat om schulden van 2,6 miljard dollar en negatieve gevolgen voor de gemeenschap, volgens een voormalige onderhoudsmanager bij twee Enviva-pelletfabrieken in North Carolina en Virgina tussen 2020 en 2022, en een exclusieve Mongabay-bron.

Maar liefst acht van de tien pelletfabrieken van Enviva in het zuidoosten van de VS, zei hij, bevinden zich in zo’n slechte staat dat ze maandelijks minder houtpellets produceren tegen veel hogere kosten als gevolg van hardnekkige en kostbare onderhoudsproblemen.

“Het is onmogelijk dat Enviva uit ‘Chapter 11’ (reorganisatie onder de faillisementswet VS)  komt”, vertelde een voormalige werknemer aan Mongabay, verwijzend naar een door de rechtbank bevolen reorganisatieproces waarbij het bedrijf een bepaalde tijd heeft om zijn schulden te herstructureren en te beginnen met het terugbetalen van crediteuren. “Hun productieapparatuur is niet geschikt voor de service die het moet leveren. Slechts twee van de tien fabrieken (één in Florida, één in Georgia, geen van beide gebouwd door Enviva) behalen hun maximaal haalbare doelstellingen voor de productie van pellets.”

Houtsnippers opgestapeld in heuvels van meer dan 6 meter hoog bedekken het perceel van de Enviva-houtpelletfabriek in Ahoskie, North Carolina. Afbeelding van Justin Catanoso van Mongabay.

Hij voegde eraan toe: “Enviva vervangt ook de apparatuur in de fabrieken niet door de materialen die de problemen zullen oplossen. Fabrieken blijven dagenlang buiten gebruik, en Enviva blijft miljoenen uitgeven om ze op te knappen. Elke ton pellets die ze produceren gaat verloren. Hoe meer ze produceren, hoe meer geld ze verliezen.”

Deze observaties worden weerspiegeld in de openbare verklaringen van Enviva: In de faillissementsaanvraag van 13 maart zei het bedrijf dat het in 2023 5 miljoen ton pellets naar het buitenland verscheepte. Dat is minder dan de 6,2 miljoen ton die in 2022 werd verscheept, een daling van 19,3% in een tijd waarin de vraag naar houtpellets in Europa en Azië toe nam.

Ook schreef Enviva in haar laatste kwartaalaanvraag bij de Amerikaanse Securities and Exchange Commission in november dat 21,1 miljoen dollar van de 85,2 miljoen dollar in het derde kwartaal, oftewel 25%, werd toegeschreven aan ‘waardeverminderingen op activa’. Dat betekent in boekhoudkundig jargon dat er sprake is van beschadigde apparatuur. en machines. Deze hoge uitgaven voor constant onderhoud gaan door.

Bekijk hier de video‘Klokkenluider legt loze beloften van topproducent biomassa bloot’.

Koolstofstofstaal versus roestvrij staal
Interim-CEO Glenn Nunziata zet publiekelijk een stralend gezicht op het faillissement: “We kijken ernaar uit om uit dit proces te komen als een sterker bedrijf met een solide financiële basis”, zei hij onlangs.

Maar hier is de kern van het probleem, dat nog niet door Enviva is aangepakt: de meeste productiefabrieken van Enviva zijn gebouwd met koolstofstaal, dat goedkoper is (hoewel minder duurzaam) dan roestvrij staal, legde de voormalige werknemer uit, die nauw contact blijft houden met het fabrieksmanagement binnen het bedrijf. 

Toen Enviva haar fabrieken bouwde, was het bedrijf van plan om voornamelijk hardhoutbomen te gebruiken om pellets te maken. Maar toen de prijs van hardhout scherp steeg, verschoof het bedrijf om de kosten onder controle te houden naar de verwerking van 80% dennenhout en 20% hardhout, in plaats van het tegenovergestelde. Maar dennenharsen en toegevoegd vocht corrodeerden en verslechterden snel de koolstofstalen apparatuur, vooral in Southampton (Virginia) een fabriek die volgens Enviva gedeeltelijk gesloten is. De vier fabrieken in North Carolina moeten nu ook meerdere keren per jaar sluiten voor onderhoud, waardoor de jaarlijkse productie afneemt.

“Die fabrieken moeten worden herbouwd met roestvrij staal, maar dat brengt enorme kosten met zich mee”, zegt de voormalige werknemer, die vanwege familie- en professionele privacy niet bij naam genoemd wil worden. “Deze fabrieken verslijten in een alarmerend tempo. En hoe meer dennenhout ze verwerken, hoe sneller de apparatuur slijt. De onderhoudskosten blijven zich opstapelen.”

Enviva rekent op twee enorme nieuwe fabrieken in het diepe zuiden om de vertraging in de pelletproductie tegen te gaan. Maar Nunziata zei dat het bedrijf het zich niet kan veroorloven om door te gaan met bouwen in Bond, Mississippi, hoewel het wel van plan is de bouw in Epes, Alabama te hervatten.

Enviva reageerde niet op verzoeken om commentaar op haar faillissement of de toestand van haar productiefabrieken.

Gekapt hardhout en dennenhout, afkomstig van een dicht bos en hoog opgestapeld op een terrein van 52 hectare in Edenton, North Carolina. De bomen werden later vermalen tot houtsnippers, in vrachtwagens geladen en verplaatst naar de pelletfabriek van Enviva in Ahoskie, North Carolina. Enviva was van plan om voornamelijk hardhout te gebruiken voor de bevoorrading van haar pelletfabrieken in het zuidoosten van de VS, maar insiders van het bedrijf zeggen dat de huidige mix 80% dennenhout en 20% hardhout is. Met dennenhars en vocht dat fabrieksmachines beschadigt. Afbeelding met toestemming van Dogwood Alliance.

Strijd om Amerikaanse belastingvoordelen

De ineenstorting van Enviva was snel en diepgaand. In april 2022 piekte de aandelenkoers van het beursgenoteerde bedrijf op $ 87 per aandeel; het bedrijf werd toen gewaardeerd op $ 3,5 miljard.

Na een rampzalig 2023, waarin de inkomsten kelderden en de verliezen honderden miljoenen bedroegen, kelderde de aandelenkoers van Enviva keer op keer. Het wordt nu verhandeld tegen minder dan 50 cent per aandeel en het bedrijf wordt gewaardeerd op slechts $34 miljoen. Als direct gevolg hiervan hebben investeerders een collectieve rechtszaak tegen Enviva bij de districtsrechtbank van Maryland aangespannen.

Bosbeschermers voelen zich in het gelijk gesteld: “Jarenlang klanten misleiden, bossen vernietigen en gemeenschappen vervuilen, hebben Enviva eindelijk ingehaald”, zegt Danna Smith, uitvoerend directeur van Dogwood Alliance, een in North Carolina gevestigde NGO. “In dit proces zijn miljoenen belastinggeld verspild. Onze regering mag geen cent meer geven aan deze falende, vuile industrie.”

Maar dat gevaar blijft bestaat. Onder de Inflation Reduction Act (IRA) van president Biden zijn miljarden aan belastingkredieten en subsidies beschikbaar voor producenten van schone energie, zoals wind- en zonne-energiebedrijven. Er zijn ook miljoenen beschikbaar voor innovaties in de bosbouwsector.

Trekkers, elk geladen met 40 ton houtsnippers, wachten bij Enviva’s pelletfabriek in Ahoskie, North Carolina, die in 2011 werd geopend. “Het is onmogelijk dat Enviva uit ‘Chapter 11’ (reorganisatie onder de faillisementswet VS) komt”, vertelde een voormalige medewerker en klokkenluider van Enviva aan Mongabay. “Hun productieapparatuur is niet geschikt voor de productie van houtpellets. Slechts twee van de tien fabrieken (één in Florida, één in Georgia (geen van beide gebouwd door Enviva) behalen hun maximaal haalbare doelstellingen voor de productie van pellets.” Afbeelding met toestemming van Bobby Amoroso.

Organisaties uit de biomassa-industrie dringen, namens Enviva en andere binnenlandse pelletproducenten, er nu actief bij de Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) en andere federale instanties op aan om houtpellets te erkennen als een hernieuwbare energiebron, grotendeels omdat bomen opnieuw kunnen teruggroeien.

Houtpellets genieten het predicaat hernieuwbare energie in de EU en het Verenigd Koninkrijk, die miljarden aan subsidies verstrekken voor pellets waarvan wordt beweerd dat ze geen CO2-uitstoot veroorzaken. Een groot aantal wetenschappelijke studies bieden echter overtuigend bewijs dat het verbranden van bosbiomassa geen klimaatoplossing is, en eerder de uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt dan vermindert. Studies tonen aan dat verbranding van houtpellets feitelijk meer koolstofdioxide per eenheid energie uitstoten dan verbranding van steenkool.

Volgens milieuorganisaties zoekt Enviva subsidies verstrekt onder de Inflation Reduction Law van het ministerie van Energie en het ministerie van Financiën om de nieuwe fabriek in Alabama te kunnen betalen en de bouw in Mississippi opnieuw op te starten. Dit zijn  fabrieken met een productiecapaciteit van jaarlijks 1 miljoen ton pellets. Deze capaciteit is beduidend groter dan die van bestaande installaties.


De Amerikaanse vertegenwoordiger Alma Adams, een democraat uit North Carolina, zei tegen Mongabay dat ze dat niet wil zien gebeuren.

De Amerikaanse vertegenwoordiger Alma Adams, een democraat uit North Carolina, was een van de zes congresleden die in januari een brief aan de regering-Biden schreven waarin ze betoogden dat uitgebreid wetenschappelijk bewijs concludeert dat het verbranden van bosbiomassa voor energie geen legitieme klimaatoplossing is en dus niet in aanmerking zou moeten komen voor belastingkredieten of subsidies voor hernieuwbare energie. Afbeelding met toestemming van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden.

“De industriële productie van houtpellets vervuilt gemeenschappen die zich in de buurt van deze fabrieken bevinden en draagt bij aan de ontbossing in de gewaardeerde bossen van North Carolina”, aldus Adams. “Dat een gigantisch bedrijf overheidsgeld nodig heeft om zijn solvabiliteit te behouden, spreekt van het ‘maken of breken’-karakter van publieke investeringen en prikkels. Het bevestigt dat publieke financiering naar bewezen klimaatoplossingen moet gaan, en niet naar halve maatregelen.”

Adams was een van de zes congresleden die in januari een brief aan minister van Energie Jennifer Granholm en commissaris van de Internal Revenue Service Daniel Werfel schreven waarin ze de nadruk legden op de wetenschap die de beweringen van voorstanders van biomassa-energie als klimaatoplossing, verwerpt. In de brief werd opgeroepen tot afwijzing van alle aanvragen voor belastingkredieten voor de sector.

Biomassa heeft echter veel bondgenoten in het Congres, vooral in beboste staten als Maine, Alaska en de Pacific Northwest. De EPA – die al lang de druk heeft afgewend om biomassa als hernieuwbaar of klimaatvriendelijk te bestempelen – produceert momenteel een onderzoek om de ecologische en sociale impact van de houtpelletindustrie in de VS te bepalen.

Kaart met de huidige en toekomstige houtpelletfabrieken die naar Europa exporteren. De biomassa-industrie explodeert in omvang in het zuidoosten van de VS. Maar de regering-Biden heeft tot nu toe gezwegen over haar beleid ten aanzien van de ongereguleerde sector. Volgens milieugroeperingen zoekt Enviva federale subsidies in het kader van Biden’s Inflation Reduction Act (IRA) om de nieuwe fabriek van $ 375 miljoen in Epes, Alabama te helpen betalen en de bouw van haar grote fabriek nabij Bond, Mississippi, opnieuw te starten. Voor een afdrukbare versie op grote schaal van deze kaart kunt u hier terecht. Afbeelding met toestemming van SELC.

Lobbyen bij de regering-Biden
Amerikaanse bosbeschermers zeggen nu dat de mogelijkheid van subsidies van de Inflation Reduction Act betekent dat zij een nieuw front moeten vormen in de strijd tegen de biomassa-industrie. Jarenlang hebben deze bosbeschermers hun buitenlandse medestrijders intensief geholpen bij het lobbyen om het bio-energiebeleid van de EU en het VK te veranderen, zij het met weinig succes.

“We weten dat deze nieuwe Amerikaanse subsidies aantrekkelijk zijn voor de biomassa-industrie”, zegt Adam Colette, programmamanager bij Dogwood Alliance. “Als bosactivisten zeggen we nu tegen ambtenaren in Washington: ‘Laten we niet dezelfde fout maken als Europa.’ Daartoe was Colette een van de vele milieuvertegenwoordigers die op 21 maart functionarissen van de regering-Biden ontmoetten in Noord- en Zuid-Carolina. Vertegenwoordigers van de EPA, de ministeries van Justitie, Landbouw en Energie en de President’s Council on Environmental Quality bezochten een Enviva-fabriek. Daarna  ontmoetten zij  vertegenwoordigers van lokale gemeenschappen die al lang betoogden dat Enviva bijdraagt aan de schade aan de volksgezondheid door luchtvervuiling, houtkap en vrachtwagenverkeer.

“Een doel van het bezoek was om te laten zien welke impact de industrie heeft op de gemeenschappen waarin zij actief zijn”, aldus Colette. “Wij prijzen de regering-Biden voor haar steun aan gemeenschappen voor milieurechtvaardigheid. Deze gemeenschappen in de frontlinie van de industriële houtkap hebben te lang onder de gevolgen geleden. En als het Enviva niet is, zal het iemand anders zijn.” Bijna alle Enviva-fabrieken bevinden zich in enkele van de armste provincies van de staten waarin ze actief zijn.

Geïmporteerde houtpellets die wachten om verbrand te worden bij Drax, een voormalige kolencentrale die in Groot-Brittannië is omgebouwd tot biomassacentrale. Het is een van de grootste houtgestookte energiecentrales ter wereld. Drax is ook een belangrijke producent van houtpellets, met houtpelletfabrieken in het zuidoosten van de VS en British Columbia. Momenteel streeft het bedrijf plannen na voor twee nieuwe fabrieken in centraal Californië. Afbeelding van DECCgovuk met bemiddeling van VisualHunt (CC BY-ND).

De buitenlandse impact van faillissementen: Drax op de loer

Het faillissement van Enviva is ook voelbaar in de hele EU en Groot-Brittannië, dat het grootste deel van de overzeese export van het bedrijf ontvangt. Ambtenaren daar vertrouwen op het verbranden van biomassa om vermeende emissiereducties te claimen. Dit is in strijd met hun beloften uit de Overeenkomst van Parijs: met de aanduiding hernieuwbare energie worden de emissies van biomassaverbranding aan de schoorsteen niet meegeteld. Het verbranden van hout maakt momenteel 60% uit van de hernieuwbare energiemix van de EU, hoewel de geclaimde emissiereducties voor hout alleen op papier bestaan en niet in werkelijkheid, zeggen milieuanalisten.

Door de dramatische productiedaling van Enviva worden landen als Nederland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, die sterk afhankelijk zijn van Enviva-pellets, nu geconfronteerd met onzekere aanvoer.

“Dit faillissement is zeer schadelijk voor de hele biomassa-industrie en de regeringen die afhankelijk zijn van biomassaverbranding”, vertelde Fenna Swart, pleitbezorger bij het Comité Schone Lucht in Nederland, aan Mongabay. “Als dit de energiemarkt verandert, is dit een enorm probleem in de hele EU. Er lijken maar weinig plaatsen te zijn om de leemtes in het aanbod op te vullen die Enviva heeft achtergelaten.”

Bosbeschermers in de EU hernieuwen hun lobby bij beleidsmakers en dringen er bij hen op te stoppen met de verbranding van houtpellets, maar Swart bevestigde dat geen enkel land de intentie heeft aangegeven dit te doen.

Ondertussen lijkt Enviva, door de zoveelste financiële klap voor het bedrijf, een van zijn grootste klanten in Europa, RWE, te hebben verloren. Het in Duitsland gevestigde energiebedrijf is al geruime tijd een handelspartner van Enviva en importeert jaarlijks zo’n 2,5 miljoen ton houtpellets, voornamelijk mogelijk gemaakt door miljarden aan subsidies uit Nederland, om in Nederlandse energiecentrales te worden verbrand. Vanwege niet nagekomen contracten en de afnemende waarde van pellets op de open markt heeft RWE zijn langetermijn overeenkomsten met Enviva opgezegd en eist een schadevergoeding van ruim $370 miljoen. Enviva weigert naar verluidt te betalen.

Er zijn nu ook veel vragen over het Britse energiebedrijf Drax, dat een van de grootste houtverbrandingsinstallaties ter wereld exploiteert en tevens een groeiende producent van houtpellets is. Het heeft fabrieken in het zuidoosten van de Verenigde Staten en British Columbia, en streeft plannen na voor twee nieuwe fabrieken in centraal Californië, tegen het groeiende protest in.

Drax is een belangrijke afnemer van Enviva-pellets voor zijn energiecentrale in North Yorkshire, Engeland. Hoewel Drax geen commentaar geeft, heeft het bedrijf een Amerikaans hoofdkantoor in Texas. Bosbeschermers geloven dat het, net als Enviva, Amerikaanse belastingsteun zal zoeken om zijn expansie in het diepe zuiden te ondersteunen.

Met zoveel volatiliteit in de huidige biomassa-industrie stapelen de vragen zich sneller op dan er antwoorden zijn. Kan Enviva overleven? Kan Drax snel genoeg uitbreiden in de VS om een potentieel tekort aan houtpellets van jaarlijks 5 miljoen ton op te vullen en de Britse subsidies in stand te houden? Zullen Russische houtpellets (verboden vanwege de oorlog met Oekraïne) hun weg terug vinden naar de EU? Zal de VS biomassa-energie en subsidies omarmen zoals hun overzeese bondgenoten? En zal de industrie blijven groeien en aanzienlijk bijdragen aan de klimaatverandering, of zal zij, net als Enviva, imploderen?

“Dit faillissement bevestigt het idee dat er nog geen antwoorden zijn over de toekomstige levensvatbaarheid van biomassa voor energie”, aldus Swart. “Maar het is een goed moment om deze vragen te stellen.”


Afbeelding aan het begin van het artikel: Houtpellets voor biomassa-energie. Afbeelding met toestemming van Dogwood Alliance.

Justin Catanoso, die regelmatig bijdragen levert aan Mongaby, is hoogleraar journalistiek aan de Wake Forest University in North Carolina.