Geachte Europarlementariërs,

Onze gezamenlijke brief van 16 september jl “Bijltjesdag bij de Bosmonitoringswet (FML): Wat nu?”[1] legt uit hoe het Europees Parlement en de Europese Ministerraad het voorstel van de Europese Commissie voor een Bosmonitoringwet (FML, Forest Monitoring Law) hebben afgezwakt door de vereisten voor moderne satellietgebaseerde monitoring en het monitoren van de veerkracht van bossen te schrappen. De brief drong er bij Europarlementariërs en de co-rapporteurs op aan om de belangrijkste elementen van het voorstel van de Europese Commissie te herstellen. Blijkbaar waren wij niet de enigen met ernstige zorgen. Diezelfde dag hoorden wij dat Europarlementariërs op het laatste moment amendementen op de Bosmonitoringswet (FML) hadden ingediend die door de co-rapporteurs waren goedgekeurd.

Analyse: Redden de nieuwe amendementen op het laatste moment de FML?
De amendementen stellen voor satellietmonitoring van drie belangrijke indicatoren opnieuw in het wetsvoorstel op te nemen: bosareaal, kroonbedekkingsdichtheid en mate van ontbladering. Ze herstellen ook een zekere mate van nauwkeurige kartering, zij het voor slechts enkele indicatoren. Deze amendementen betekenen dat het voorstel van het Parlement nu voldoende elementen voor satellietmonitoring bevat, om redelijk biodiversiteit in bossen te kunnen monitoren.

De wijzigingen van het laatste moment zouden voldoende moeten zijn om de Europarlementariërs ervan te overtuigen het standpunt van het Parlement goed te keuren.
Maar de komende triloog-onderhandelingen met de EU Commissie en de EU Ministerraad mogen niet tot achteruitgang leiden. In dat geval kan de Commissie het voorstel alsnog intrekken.

NGO’s beschouwen het bijgewerkte standpunt van het Parlement als verbeterd, maar nog steeds als een minimum. Mochten deze amendementen worden aangenomen, dan dringen wij er bij de rapporteurs op aan om ze voorwaardelijk te maken in de triloogonderhandelingen met de Raad. De basis-amendementen verbeteren niet de monitoring van biodiversiteits-koolstof-ecosysteemdiensten. Deze lacunes zullen in de toekomst moeten worden aangepakt.

In onze eerdere briefing hebben we de onderstaande vier tests/ criteria voor een geschikte Bosmonitoringswet (FML) uiteengezet:
1. Opname van satellietmonitoring;
2. In kaart brengen van bossen en bosgegevens in de hele EU;
3. Hoge resolutie en hoge frequentie van dataverzameling;
4. Opname van indicatoren voor veerkracht en ecosysteemdiensten van biodiversiteit.
De vraag is of de voorgestelde amendementen resultaat opleveren?

1. Opname van satellietmonitoring
In de laatste versie van het Parlement was de rol van de Europese Commissie (EC) als leverancier van Copernicus-satellietgegevens over belangrijke indicatoren zoals bosareaal, boombedekkingsdichtheid, bosconnectiviteit en ontbladering, geschrapt. De enige functionaliteit die het Parlement behield, was monitoring met betrekking tot bosbranden.

De nieuwe amendementen herstellen het geheel van satellietgemonitorde data van de EC over bosareaal, boomkroonbedekking (boombedekkingsdichtheid) en ontbladering. Ze vereisen ook dat lidstaten grondgegevens verstrekken om de kalibratie van satellietgegevens te garanderen. Deze wijzigingen betekenen dat de meeste satellietindicatoren van de EC nu intact in het voorstel zijn. Bostype en bosconnectiviteit als satellietindicatoren die door de EC verzameld dienen te worden, zijn niet hersteld. Beide blijven ontoereikende methodologieën, waarbij de gegevens door de lidstaten moeten worden verzameld.

Oordeel: Deze wijzigingen zijn significant. Het eerdere voorstel van het Parlement omvatte geen kartering van satellietgegevens om monitoring van bosbedekking en -dichtheid mogelijk te maken, maar vertrouwde in plaats daarvan op samenvattende statistieken van de lidstaten (die slechts elke vijf decennia worden opgesteld en slechts op regionale Schaal zijn geaggregeerd. De nieuwe amendementen herstellen de realtime kartering van EU-bossen. Helaas bevatten de nieuwe wijzigingen om onverklaarbare redenen nog steeds geen vereiste om primaire bossen, oerbossen en beschermde gebieden, in kaart te brengen. Bovendien vertragen ze overleg over de manier waarop een locatie van boshabitats buiten Natura 2000-gebieden moet worden meegenomen.

2. In kaart brengen van bossen en bosgegevens in de hele EU
Het eerdere voorstel van het Parlement steunde de verzameling en publicatie van sterk geaggregeerde (samengevoegde) gegevens. Daardoor werd in feite elke vorm van kartering (en daarmee traceerbaarheid) vermeden. Enkele statistieken zouden worden geaggregeerd tot regionaal niveau (NUTS 2 of 3), zoals bosoppervlakte en boomkroonbedekking. Andere statistieken zouden worden geaggregeerd tot nationale gegevens, zoals bijvoorbeeld over oppervlakte van primair bos en oerbos, dood hout en diversiteit aan boomsoorten. De amendementen herstellen de hoge-resolutie satellietkartering van fundamentele indicatoren, bosoppervlakte, boomkroonbedekking en ontbladering.

Dit is het absolute minimum, aangezien de nieuwe amendementen nog steeds geen kartering vereisen van belangrijke indicatoren zoals primair en oerbos, dood hout, diversiteit aan boomsoorten en invasieve soorten. Het in kaart brengen van bosoppervlakte, boomkroonbedekking en ontbladering zal echter fundamentele gegevens opleveren die relevant zijn voor de veerkracht van bossen (zie hieronder). Het Parlement stelt ook voor om via een stapsgewijze aanpak methodologieën voor indicatoren zoals de locatie van boshabitats buiten Natura 2000-gebieden, bosstructuur, diversiteit aan niet-boomsoorten, bedreigde soorten en natuurlijkheidsklassen van bossen te verduidelijken.

Oordeel: De amendementen verdienen steun, omdat ze enkele fundamentele aspecten van kartering nieuw leven inblazen, met de mogelijkheid om later “stapsgewijze” indicatoren te ontwikkelen.

3. Hoge resolutie en hoge frequentie van dataverzameling
Het eerdere voorstel van het Parlement zou de dataverzameling en -rapportage beperken tot methoden met een lage ruimtelijke resolutie en lage frequentie. Dit blijft het geval voor enkele belangrijke indicatoren, zoals oerbossen en oude bossen, die alleen op nationaal niveau en slechts om de vijf jaar worden verzameld en gepubliceerd. Voor andere indicatoren moeten de methoden nog worden vastgesteld (maar dit zal via een “stapsgewijze aanpak” gebeuren). Nieuw is de herintroductie van realtime satellietgegevens, tot op 10 meter nauwkeurig, over bosoppervlakte, boomkroonbedekking en bladverlies.

Oordeel: Het is betreurenswaardig dat Europarlementariërs geen robuuste dataverzameling over oerbossen, oude bossen en dood hout hebben weten te behouden. Het voorstel omvat nu echter het gebruik van satellieten met hoge resolutie voor een paar fundamentele indicatoren. Dat is een stap voorwaarts. Dergelijke informatielacunes moeten mogelijk buiten het FML worden ingevuld. Bijvoorbeeld door verbeteringen van het Forest Information System for Europe, of door onafhankelijke initiatieven samen te brengen die dergelijke onderwerpen al onderzoeken.

4. Opname van indicatoren voor veerkracht en ecosysteemdiensten van biodiversiteit
De aanvankelijke voorstellen van het Parlement hadden de onderstaande gevolgen voor de gegevensverzameling en monitoring van indicatoren. Hierdoor werden alle indicatoren voor biodiversiteit en veerkracht geschrapt, verzwakt of uitgesteld. Zie:
Vervallen: Europees-bostype, locatie van boshabitats in Natura 2000.
Verzwakt: ontbladering, dood hout, oerbossen en oude bossen, beschermde bosgebieden, verstoring van de boombedekking, bosverstoringen anders dan bosbranden, diversiteit van boomsoorten, aanwezigheid van invasieve soorten.
Uitgesteld: bosstructuur, locatie van boshabitats buiten Natura 2000-gebieden, natuurlijkheidsklassen van bossen, diversiteit van niet-boomvegetatie, bedreigde soorten, index van veelvoorkomende bosvogels.

“Bosverstoringen veroorzaakt door andere factoren dan bosbranden” is toegewezen aan de Commissie voor satellietmonitoring. Er is echter nog steeds geen mandaat voor gegevensverzameling over bosverstoring door houtkap. Houtkap vertegenwoordigt 82% van de bosverstoringen in de EU.[2]

Nieuw is dat boomkroonbedekking en ontbladering opnieuw zijn opgenomen als nauwkeurige satellietindicatoren. Dit zal helpen bij het volgen van de gezondheid van het bos, maar zal niet voldoende zijn om te achterhalen waarom bepaalde bossen afsterven, terwijl andere veerkrachtig blijven.

Oordeel: Het verwijderen, verzwakken en uitstellen van zoveel belangrijke biodiversiteits- en veerkrachtindicatoren is nog steeds een enorm verlies voor een op wetenschap gebaseerde Bosmonitoringswet (FML). De nieuwe wijzigingen introduceren echter wel satellietmonitoring met enige functionaliteit voor veerkracht van bos.

[1] https://forestdefenders.org/after-policymakers-hatchet-job-on-the-forest-monitoring-law-whats-next/

[2] Seidl C Senf (2024). Changes in planned and unplanned canopy openings are linked in Europe’s forests. Nature Communications 15, https://www.nature.com/articles/s41467-024-49116-0