Het Parool, 3 november 2024, door Fenna Swart

De VN-top voor biodiversiteit maakte volgens Fenna Swart duidelijk dat het bewustzijn rondom de impact van bosbiomassa groeit. Dat werd tijd ook, zegt ze, want de natuurproblemen die ermee gepaard gaan, moeten snel stoppen.

De huidige aanpak van bosbiomassa, voor onze energie, is niets anders dan een moderne vorm van kolonialisme. Onze houthonger gaat namelijk koste van inheemse gemeenschappen, bos en biodiversiteit. Hoewel dit besef langzaam groeit, kregen de argumenten van bosactivisten (voor bos en biodiversiteit en tegen biomassaverbranding) nooit eerder zoveel aandacht als op de VN-top voor biodiversiteit COP16 Colombia, afgelopen week.

De aandacht op dit niveau kan ertoe leiden dat deze agenda ook doorgetrokken wordt naar de COP29 Azerbeidzjan, volgende maand. Dit toenemende bewustzijn komt op een cruciaal moment: de industriële vraag naar energie van bosbiomassa neemt nog steeds toe, in het Verenigd Koninkrijk, de Europese Unie, Japan en Zuid-Korea. Daar beweren overheden ten onrechte dat het verbranden van hout geen enkele uitstoot oplevert.

Ondertussen breidt de import van massaal gekapte bossen zich snel uit van het zuidoosten van de Verenigde Staten en British Columbia, Canada, naar de tropen. Met nieuwe houtpelletfabrieken in onder meer Vietnam en Indonesië.

Schrikbarende misstanden

De schrikbarende misstanden rondom deze bosbiomassa-industrie werden vorige week onder meer aangekaart door Barry Gardiner, een Brits parlementslid dat bezwaar maakt tegen enorme subsidies die worden betaald aan Drax, de grootste biomassacentrale van de wereld in het Verenigd Koninkrijk. “Dat is 9 miljard dollar aan overheidsgeld dat wordt uitgegeven om onze luchtvervuiling en onze koolstofemissies te verergeren,” zei hij op de VN-top.

De enige (drog)redenen dat overheden, ook de huidige Nederlandse regering en Amsterdamse stadsbestuur, nog altijd huiverig zijn om toe te geven dat het een doodlopende weg is, is omdat ze niet weten waar ze anders de energie vandaan moeten halen. Ofwel: kortetermijnpolitiek regeert, terwijl grote natuurproblemen onopgelost blijven. Toch kan dit anders.

Een herziening van de politieke besluitvorming zou, om te beginnen, geen windeieren leggen. Met een verplichte scholing in natuur- en toekomstgeletterdheid van de huidige beleidsmakers en politici, zou het pad mogelijk geplaveid kunnen worden naar een doorlopende weg.