Tijdens de Algemene Jaarvergadering van RWE vorige week, hebben Biofuelwatch (VK) en Comité Schone Lucht (NL) het bestuur van RWE geconfronteerd met kritische vragen over de hoeveelheid, herkomst en geclaimde duurzaamheid van hun kolen- en biomassacentrales in Nederland (Amercentrale en Eemshaven). De kritische vragen werden gesteld in 8 minuten spreektijd. Het bestuur reageerde in minder dan een halve minuut met drie antwoorden.

Het blijft wringen. Het gebrek aan openheid bij RWE over waar ze hun biomassa (hout) vandaan halen. Maleisië klinkt niet als het land waar de instituties zo krachtig zijn dat ze misbruik kunnen stoppen. ‘’Bedrijfsgevoelige info’’ zoals wordt geclaimd door zowel de industrie als politiek is het mantra om alles mee af te dekken. Hiermee wordt controle en naleving onmogelijk gemaakt. Het wordt tijd dat het toezicht (de minister en toezichthouder NEa) de industrie dwingt openbaarheid van zaken te geven zoals verplicht op basis van de duurzaamheidscriteria. Geen duidelijkheid dan ook geen overheidssubsidies meer.—Fenna Swart, directeur Comité Schone Lucht

RWE heeft 2,5 miljard euro aan subsidies ontvangen voor het verbranden van hout in Nederland, maar weigert basisinformatie te verstrekken over de herkomst van het hout en hoeveel hout er rechtstreeks uit de bossen wordt gehaald. Op basis van de informatie die we kunnen verzamelen uit handelsgegevens, kunnen we alleen maar raden waarom RWE zo min mogelijk wil weten over de impact van de houtpellets die ze verbranden.—Almuth Ernsting, Biofuelwatch

De volgende vragen werden aan het bestuur voorgelegd:

  1. RWE is in 2024 het enige bedrijf geweest dat houtpellets verbrandde in grote energiecentrales in Nederland. Onyx noch Uniper verbrandde vorig jaar houtpellets in hun Nederlandse centrales. Waarom bleef RWE geïmporteerde houtpellets verbranden in Nederlandse kolencentrales, terwijl andere bedrijven duidelijk besloten dat dit economisch niet langer zinvol was?
  2. Volgens het jaarverslag van RWE stootten de centrales van het bedrijf in 2024 meer dan 3,4 miljoen ton CO2 uit door de verbranding van biomassa. Tegelijkertijd bleef RWE kolen verbranden in de Amer- en Eemshavencentrale en is het van plan dit jaar ook in Eemshaven door te gaan. Hoe verantwoordt RWE dit beleid in een tijd waarin het CBS waarschuwt dat de broeikasgasreducties in Nederland zijn afgevlakt?
  3. RWE blijft spreken over grootschalige ombouw van beide Nederlandse centrales naar 100% biomassa met CO2 afvang en opslag (BECCUS). Welk bewijs heeft RWE dat het mogelijk is om op grote schaal koolstof uit houtverbranding af te vangen en op te slaan, iets wat tot nu toe geen enkel ander bedrijf ter wereld succesvol heeft kunnen aantonen?
  4. Waarom blijft RWE praten over langetermijnplannen voor BECCS, terwijl de Nederlandse regering en het parlement dit voor grote elektriciteitscentrales hebben afgewezen en subsidies voor BECCS in centrales met een vermogen boven de 100 MW hebben uitgesloten?
  5. De meeste houtpellets die door RWE worden verbrand zijn afkomstig zijn uit het zuidoosten van de VS, gevolgd door Canada, Maleisië, België en Vietnam. Wat is de herkomst van het door RWE geïmporteerde hout, d.w.z. uit welke landen, regio’s of provincies, van welke leveranciers, en hoeveel is afkomstig uit primaire bossen en zagerijresten?
  6. In februari 2024 ontving RWE een lading houtpellets uit de Maleisische provincie Sarawak, die in het decennium tot 2023 1,71 miljoen hectare laagland regenwoud verloor. De enige pelletfabriek in Sarawak die aan de EU-RED2-norm voldoet, is die van Samling. De Forest Stewardship Council (FSC) onderzoekt momenteel een klacht van een coalitie van milieuorganisaties die actief zijn in de provincie over “illegale houtkap, vernietiging van hoge natuurwaarden en omzetting in bosconsessies”.  Waarom heeft RWE besloten om pellets van Samling te betrekken?
  7. De resterende 191.000 ton Maleisische pellets die RWE vorig jaar verbrandde, moeten afkomstig zijn van een pelletfabriek in Pahang die hout betrekt van rubberplantages in die provincie. Geen enkele andere Maleisische fabriek beschikt over de juiste vrijwillige certificering. Pahang verloor 21% van zijn regenwoud in het decennium tot 2023, en een wetenschappelijk onderzoek toont aan dat zowel rubber- als oliepalmplantages de belangrijkste aanjagers van de certificering zijn geweest. Het certificaat van de fabriek, in het kader van het Sustainable Biomass Program (SBP), vermeldt dat de auditors vertrouwen op inspecties van plantages die door het bedrijf zelf worden uitgevoerd, d.w.z. niet door een onafhankelijke inspecteur. Beschouwt RWE dit als geloofwaardig bewijs en kunt u verklaren dat de door u aangekochte pellets geen verband houden met de vernietiging van regenwouden?

Antwoorden RWE:

  1. 3,4 miljoen ton CO2-uitstoot ontkend
    RWE-bestuurders negeerden de vaststelling mbt de 3,4 miljoen ton CO2-uitstoot door biomassaverbranding, hetgeen wel is opgenomen in het jaarverslag van RWE. In plaats hiervan werd door het bestuur verwezen naar de koolstofneutraliteit van biomassaverbranding.
  2. Geen openheid herkomst biomassa
    RWE’s eigen informatie over de hoeveelheid elektriciteit die in 2024 uit biomassa is opgewekt komt overeen met de totale Nederlandse import van houtpellets. Op basis van de gegevens van Eurostat is bekend is dat de meeste houtpellets uit de VS, Canada en Maleisië komen. De directeuren van RWE wilden geen antwoord geven op de vraag waar in de verschillende landen – bijvoorbeeld uit welke Canadese provincies – de pellets afkomstig waren.
  3. Dubieuze import houtpellets Maleisië genegeerd
    Kritische vragen over de import van pellets door RWE uit Maleisië werden genegeerd. Zoals aangegeven tijdens de bijdrage van de natuurorganisaties, voldoen slechts twee pelletfabrieken in Maleisië aan de vrijwillige certificeringsplicht volgens de Nederlandse duurzaamheidsregels. Uit handelscijfers blijkt dat beide vorig jaar aan RWE hebben geleverd. Eén fabriek behoort tot een bedrijf dat is onderzocht door de Forest Stewardship Council naar aanleiding van een klacht over “illegale houtkap, schendingen van traditionele en mensenrechten” en andere schendingen. De andere pelletfabriek haalt zijn hout uit rubberplantages, terwijl onderzoekers hebben aangetoond dat dergelijke plantages een van de belangrijkste oorzaken van ontbossing in die provincie zijn.