Brief aan de heer M. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, en mevrouw V. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Aan:
De heer M. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat, en mevrouw V. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat resp. DBO-min@minienw.nl en DBO-stas@minienw.nl
Postbus 20901
2500EX Den Haag
Van: Comité Schone Lucht, Leefmilieu, Mobilisation for the Environment
Betreft: Gecombineerde Europese ministerraad Milieu en Energie & Klimaat 21 januari 2022 te Amiens; stop zetten van Europese stimuleringsmaatregelen in RED en ETS voor gebruik van houtachtige biomassa bij ‘duurzame’ energieproductie
Datum: 17 januari 2022
Geachte minister Harbers en staatssecretaris Heijnen,
Wij willen u allereerst feliciteren met uw nieuwe functie als resp. minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van Nederland. We wensen u veel succes in deze belangrijke functie bij het werken aan een duurzame bereikbaarheid en een schoon milieu.
We benaderen u vanwege de gecombineerde Europese ministerraad Milieu en Energie & Klimaat die aanstaande 21 januari te Amiens plaatsvindt. In deze brief gaan wij in op onze grote zorgen en bezwaren met betrekking tot de lopende onderhandelingen over het EU Fit for 55-klimaatpakket, en in het bijzonder de behandeling van biomassa in de richtlijn hernieuwbare energie (RED) en het Europese emissiehandelssysteem voor CO2 (ETS). Net als palmolie voor biobrandstoffen, een tragisch precedent, heeft de RED de EU-lidstaten in staat gesteld om bedrijven te stimuleren houtachtige biomassa te verbranden voor energieproductie. Dit vindt op direct wijze met financiële steun plaats en indirect door de uitstoot van broeikasgassen uit biomassa in het ETS als nul te beoordelen en daarmee financieel niet te belasten (geen CO2-heffing)1In 2020 werd ongeveer 16 miljard euro subsidie aan de biomassa-industrie in de EU gegeven als openbare financiële steun. De recente toename van fossiele brandstoffen en CO2-belasting hebben, tot onze grote zorg, in sommige plaatsen, zoals Estland, de verbranding van biomassa mogelijk en winstgevend gemaakt, nog afgezien van de subsidies. De biomassa- industrie geniet namelijk een groot concurrentievoordeel doordat de CO2-taks voor de grote uitstoot van broeikasgassen niet hoeft te worden betaald. De CO2-uitstoot van biomassaverbranding is groter dan die van steenkool.. De verbranding van houtachtige biomassa telt momenteel mee voor de Europese doelstelling voor hernieuwbare energie. Dit ondanks de CO2-uitstoot die per eenheid opgewekte energie hoger is dan van steenkool (en welke andere fossiele brandstof dan ook). De extra houtkap die biomassaverbranding veroorzaakt, vernietigt de veerkracht van bossen en de rol van bossen als natuurlijke koolstofopslag. Biomassaverbranding is duidelijk geen ‘klimaatoplossing’ en deze prikkels moeten zo snel mogelijk worden beëindigd.
Enorme groei biomassa-industrie
Dit beleid kwam voort uit een aanvankelijk motief om fossiele brandstoffen te vervangen. Maar de gevolgen van deze vervanging door houtachtige biomassa, blijken nu zeer groot in de zeer beperkte tijdschaal die we hebben om de ergste gevolgen van de klimaatcrisis te vermijden. De RED en het ETS hebben de kunstmatige en enorme groei mogelijk gemaakt van een biomassa-industrie waarvan de activiteiten nu bossen vernietigen en schade toebrengen aan gemeenschappen die van deze bossen afhankelijk zijn, in Europa en over de hele wereld.
Twee verkeerde veronderstellingen
De huidige EU-aanpak om biomassa als “klimaatneutraal” te kwalificeren, is gebaseerd op twee veronderstellingen, namelijk:
1. dat bossen opnieuw zullen aangroeien en bossen alle CO2-emissies die door houtkap en verbranding worden veroorzaakt, zullen terugwinnen.
2. dat bossen dit onmiddellijk (zonder vertraging in de tijd) doen.
De eerste veronderstelling is gedeeltelijk onjuist. Indien bossen worden vervangen vindt dit grotendeels door aanleg van boomplantages (monoculturen) plaats. Boomplantages zijn aanzienlijk slechter in het vastleggen en opslaan van koolstof en ook een ramp voor de biodiversiteit. Individuele bomen kunnen worden herplant, maar bossen niet. 30% van de cumulatieve wereldwijde CO2- emissies is afkomstig van veranderingen in landgebruik in het verleden. Verandering van bossen in boomplantages is een sprong in het diepe gezien de effecten die klimaatverandering nu al op bossen heeft.
De tweede veronderstelling is helemaal onjuist: het duurt tientallen jaren tot eeuwen voordat deze bossen deze extra CO2-uitstoot van biomassaverbranding opnieuw hebben vastgelegd. Een tijd die we simpelweg niet hebben als de EU haar klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 wil halen.
Conclusies Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van Europese Commissie
De schade aan het klimaat en de biodiversiteit die wordt veroorzaakt door industriële biomassaverbranding die we hier weergeven, is niet gebaseerd op veronderstellingen, maar op wetenschappelijke feiten. Zelfs het eigen Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (Joint Research Center, JRC) van de Europese Commissie heeft in het laatste rapport vastgesteld dat de meeste houtige biomassa die in de EU wordt verbrand, schadelijk is voor het klimaat en de biodiversiteit2Europese bossen absorberen nu al 15 procent minder koolstof dan in 2005. Dit zal zo blijven tenzij het beleid structureel verandert. De huidige duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa in de RED doen niets om zelfs de ergste gevallen van biomassaverbranding in Europa te stoppen. Zo staan duurzaamheidscriteria toe dat
natuurlijke bossen in Frankrijk worden gekapt en tot pellets worden vermalen. Waarna de kaalgekapte gebieden vervolgens opnieuw worden beplant met dennenplantages (monoculturen). Ze laten toe dat oerbossen op inheems Sami-land in Zweden op zeer grote schaal worden gekapt (zie hier de beelden van de desastreuze schade in Zweden die is aangebracht door kaalkap). De criteria laten toe dat bossen met een hoge natuurwaarde in Estland, natuurlijke dennenbossen in Portugal en vele andere bossen in Europa worden omgezet in bio-energie. Dit om een aantal voorbeelden te noemen. Al deze vernietiging gebeurt in naam van de productie van hernieuwbare energie en wordt als legaal beschouwd..
Oproep wetenschappers aan wereldleiders
Het snel vergroten van de rol van hernieuwbare energie in onze energiemix tegen 2030 is van het grootste belang voor ons vermogen om de wereldwijde gemiddelde temperatuur onder de 1,5 graad te houden. Maar als het EU-beleid voor hernieuwbare energie de bossen van Europa en de wereld blijft vernietigen, zal het tegenovergestelde van wat het beoogt, worden bereikt. Zoals vijfhonderd wetenschappers onlangs in een brief aan wereldleiders stelden: “We dringen er bij u op aan om zowel de klimaat- als biodiversiteitsdoelen van de wereld niet te ondermijnen door over te schakelen van het verbranden van fossiele brandstoffen naar het verbranden van bomen om energie op te wekken”. Het is ook belangrijk aan te geven dat biomassa een grote bron van luchtvervuiling is. Een bron die veel te veel vermijdbare sterfgevallen veroorzaakt, gezien de bescheiden bijdrage van biomassaverbranding aan de energieproductie.
Rol van Zweden en Finland in EU-raad
De lopende herzieningen van de RED en van het ETS moeten de manier waarop bio-energie wordt behandeld, fundamenteel veranderen: houtige biomassa3Zowel zgn primaire als secundaire houtige biomassa. Primaire houtige biomassa is direct afkomstig uit het bos. Secundaire houtige biomassa is afkomstig van verwerking van hout zoals bijvoorbeeld resthout uit houtzagerijen. Dit resthout dient hoogwaardig te worden toegepast (waarbij koolstof langdurig wordt vastgelegd) en niet te worden verbrand. moet worden uitgesloten van de lijst van brandstoffen die in aanmerking komen voor de RED, en het is noodzakelijk dat de biomassa- industrie gaat betalen voor haar echte broeikasgasemissies, in het kader van de ETS.
Momenteel bestaat het gevaar dat de discussie in de EU-Raad wordt gedomineerd door Zweden en Finland die namens hun industriële bosbouwbelangen lobbyen om de houtverbranding voor energie verder te vergroten. Het is van cruciaal belang dat de Nederlandse regering met andere regeringen samenwerkt om een progressieve alliantie te vormen om de bossen en het klimaat te beschermen.
Wij vragen u onze bovengenoemde bezwaren tijdens de (gecombineerde) Europese ministerraad Klimaat & Energie en Milieu in te brengen. Daarnaast ontvangen wij graag uw reactie op onze brief. Ook willen wij deze zaken graag zo snel mogelijk met u in een overleg bespreken.
Met vriendelijke groet,
Dr. F. Swart, voorzitter Comité Schone Lucht, fennaswart25@gmail.com. https://comiteschonelucht.nl/ .
Drs. M. Visschers, bestuurslid Leefmilieu, info@maartenvisschers.nl, 06-34428154. https://www.leefmilieu.nl/ .
Drs. J. Vollenbroek, voorzitter Mobilisation for the Environment, johan@mobilisation.nl. https://mobilisation.nl/nl/ .
Bijlage: Position Paper 30 Europese NGO’s:
https://www.fern.org/fileadmin/uploads/fern/Documents/2021/RED_- _NGO_Position_Paper__1_.pdf
- 1In 2020 werd ongeveer 16 miljard euro subsidie aan de biomassa-industrie in de EU gegeven als openbare financiële steun. De recente toename van fossiele brandstoffen en CO2-belasting hebben, tot onze grote zorg, in sommige plaatsen, zoals Estland, de verbranding van biomassa mogelijk en winstgevend gemaakt, nog afgezien van de subsidies. De biomassa- industrie geniet namelijk een groot concurrentievoordeel doordat de CO2-taks voor de grote uitstoot van broeikasgassen niet hoeft te worden betaald. De CO2-uitstoot van biomassaverbranding is groter dan die van steenkool.
- 2Europese bossen absorberen nu al 15 procent minder koolstof dan in 2005. Dit zal zo blijven tenzij het beleid structureel verandert. De huidige duurzaamheidscriteria voor bosbiomassa in de RED doen niets om zelfs de ergste gevallen van biomassaverbranding in Europa te stoppen. Zo staan duurzaamheidscriteria toe dat
natuurlijke bossen in Frankrijk worden gekapt en tot pellets worden vermalen. Waarna de kaalgekapte gebieden vervolgens opnieuw worden beplant met dennenplantages (monoculturen). Ze laten toe dat oerbossen op inheems Sami-land in Zweden op zeer grote schaal worden gekapt (zie hier de beelden van de desastreuze schade in Zweden die is aangebracht door kaalkap). De criteria laten toe dat bossen met een hoge natuurwaarde in Estland, natuurlijke dennenbossen in Portugal en vele andere bossen in Europa worden omgezet in bio-energie. Dit om een aantal voorbeelden te noemen. Al deze vernietiging gebeurt in naam van de productie van hernieuwbare energie en wordt als legaal beschouwd. - 3Zowel zgn primaire als secundaire houtige biomassa. Primaire houtige biomassa is direct afkomstig uit het bos. Secundaire houtige biomassa is afkomstig van verwerking van hout zoals bijvoorbeeld resthout uit houtzagerijen. Dit resthout dient hoogwaardig te worden toegepast (waarbij koolstof langdurig wordt vastgelegd) en niet te worden verbrand.