Het kabinet meent dat de verbranding van houtpellets voor energie het klimaat zal helpen, maar dat is een misvatting. Ook mét afvangtechnieken ondermijnt deze technologie de echte klimaatoplossingen, die de wereld hard nodig heeft.

Door Fenna Swart en Maarten Visschers

De electriciteitscentrale in Diemen is omgebouwd tot biomassacentrale. © ANP / Aerovista Luchtfotografie

De politiek is op zoek naar alternatieven voor fossiele brandstoffen, zoals blijkt uit het pakket met extra klimaatmaatregelen dat minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) onlangs presenteerde. In de Kamerbrief geeft ze hierbij aan dat ‘het kabinet fors investeert in het afvangen en opslaan van broeikasgassen’. Donderdag wordt het plan van de minister besproken in de Tweede Kamer.

In lijn met de minister beweert ook de energiesector dat investering in deze afvang- en opslagtechniek van broeikasgassen, extra verbranding van houtige biomassa legitimeert. En dat dat zal leiden tot negatieve emissies. Maar is dit ook zo? En mag een overheid pleiten voor zogenoemde BECCS-projecten (Bio-Energy with Carbon Capture Storage) zonder duidelijkheid over de herkomst van het hout of aantoonbaar bewijs over de effectiviteit hiervan?

De industrie oogst hout uit bossen, gebruikt het voor de productie van houtpellets en transporteert de pellets vervolgens naar energiecentrales om te worden verbrand voor de opwekking van energie. Met name het Amerikaanse zuiden is de belangrijkste bron geworden van (uit gekapte bossen afkomstige) houtpellets die worden verscheept naar energiecentrales in Engeland, Azië en Europa, met Nederland als een van de grootste afnemers.

Drastisch

Het VN-klimaatpanel IPCC heeft duidelijk gemaakt dat we de koolstofuitstoot drastisch moeten verminderen om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. De inzet van biomassa-energiecentrales of BECCS-centrales op wereldwijde schaal zal echter het tegenovergestelde effect hebben. Een brief aan diverse staatshoofden, ondertekend door bijna achthonderd gerenommeerde wetenschappers, legt uit dat ‘het gebruik van doelbewust gekapt hout voor verbranding de koolstofconcentratie in de atmosfeer en de opwarming ervan decennia tot eeuwen zal verhogen’.

Biomassa-energie uit bossen is niet koolstofneutraal, en met koolstofafvang dus ook niet koolstofnegatief. Het IPCC, het Environmental Protection Agency en andere instanties hebben aangegeven dat de term ‘koolstofneutraliteit’ gebrekkig is. En dat het onjuist is ‘om automatisch (…) aan te nemen dat biomassa die voor energie wordt gebruikt ‘koolstofneutraal’ is, zelfs in gevallen waarin wordt aangenomen dat de biomassa duurzaam is geproduceerd’.

Schoorsteen

Wanneer houtpellets worden verbrand om elektriciteit op te wekken, veroorzaken ze direct koolstofvervuiling (naast andere extra vervuilende uitstoot zoals stikstof en ultrafijnstof) in de schoorsteen van de energiecentrale, doorgaans hoger dan bij fossiele brandstoffen. Diverse wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat het verbranden van biomassa voor elektriciteit ongeveer 20 procent meer koolstof uitstoot dan steenkool en drie keer zoveel als aardgas, per geproduceerde eenheid elektriciteit.

Zelfs als we aannemen dat al deze verbrandingsemissies in de schoorsteen van de energiecentrale kunnen worden afgevangen (wat vooralsnog koffiedik kijken is), kan BECCS het overgrote deel van de koolstofuitstoot die vrijkomt vóórdat de houtpellets een energiecentrale bereiken, niet afvangen. Bovendien is er voor het toevoegen van koolstofafvang- en opslagsystemen aan een elektriciteitscentrale energie nodig voor de installatie en werking van het systeem, ‘parasitaire emissies’ genoemd.

Uit een rapport uit 2021 van de Amerikaanse ngo Natural Resources Defense Council blijkt dan ook dat BECCS de koolstofemissies van de huidige biomassa-industrie in grote mate zal overtreffen. Dit zal onze inspanningen om klimaatverandering aan te pakken dus juist ondermijnen.

Hele bossen

Ondanks claims vanuit (door de industrie ingehuurde) certificeringsbedrijven dat houtpellets voor biomassa voornamelijk worden gemaakt van rest- en afvalproducten, hebben onafhankelijke instanties onthuld dat pelletfabrieken zoals die van Enviva routinematig hele bossen oogsten, inclusief volwassen biodiverse bossen. Bomen zijn onze effectiefste koolstofreservoirs op aarde, maar ze hebben een lange groeitijd nodig en volwassen bomen slaan meer koolstof op dan zeer jonge bomen. Die wil je dus behouden.

Zelfs als we ervan uitgaan dat elke boom die wordt gekapt om in een BECCS-energiecentrale te worden verbrand, direct wordt herplant, duurt het nog tientallen jaren voordat die nieuwe boom evenveel koolstof heeft opgeslagen als zijn voorganger. Het klimaat, de natuur en onze atmosfeer hebben die tijd niet en er is geen reden om aan te nemen dat nieuwe bomen in hetzelfde tempo zullen worden herplant als bestaande bomen worden gekapt. Nog los van het verlies van biodiverse bossen, die in toenemende mate worden vervangen door monoplantages.

Ondermijnend

Als we toestaan dat de belangrijkste Nederlandse overheidssubsidies voor de energie-industrie, oorspronkelijk bedoeld voor echt schone en duurzame technologieën, worden gebruikt voor vervuilende toepassingen zoals BECCS met houtpellets, ondermijnt dit dus de klimaatoplossingen die de wereld zo hard nodig heeft.

Programma’s die BECCS uit bosbouw subsidiëren, zullen niet leiden tot minder maar juist tot meer uitstoot van CO2, aanzienlijke schade aan de natuur toebrengen en onze lucht verder vervuilen. In plaats daarvan zou de overheid ‘ons belastinggeld’ beter kunnen inzetten voor bewezen schone en duurzame opties, zoals energie-efficiëntie, emissievrije hernieuwbare energiebronnen zoals water- en aarde-energie en de bescherming van bestaande natuurlijke bossen.

Originele artikel: https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-laten-we-overheidssubsidies-voor-duurzame-energie-niet-verkwisten-aan-biomassa~b8e72bc5/