Zonder wetgeving wordt het diepdonker in onze Europese bossen.
Het leek een gewone dinsdag in Brussel, maar voor de Europese bossen bleek het vrijdag de dertiende. Terwijl de rook van de zwaarste bosbranden in decennia langzaam optrok, kozen Europese politici ervoor om met twee experimenten de overgebleven lucifers veilig te stellen, voor toekomstig gebruik.
Experiment 1: De verdwijntruc van de anti-ontbossingswet
De Europese Commissie kondigde aan dat de al veelbesproken anti-ontbossingswet wéér wordt uitgesteld. Officieel vanwege een IT-systeem dat niet mee wil werken. In wetenschappelijke termen heet dit een ‘post hoc technologicum excusarium’: een aandoening waarbij softwareproblemen plotseling samenvallen met intense lobbydruk van handelspartners en multinationals.
Resultaat: bosbiomassa, palmolie en biefstuk blijven voorlopig zonder gewetensbezwaren over de toonbank rollen.
Experiment 2: De meetlat kapot
Nog dezelfde dag sneuvelde het voorstel voor een Europese bosmonitoringswet. Het idee was simpel: betere data verzamelen over hoe gezond onze bossen zijn. Maar een meerderheid in het Europees Parlement verklaarde dat “onnodige bureaucratie” en schoof de wet van tafel. Een beetje alsof een arts besluit geen thermometer meer te gebruiken, omdat koorts registreren ook weer extra papierwerk oplevert.
Van Green Deal naar Grey Reality
Wetenschappelijk gezien valt een trend te observeren: de Europese politieke wind waait duidelijk naar rechts, waar economische belangen vaak zwaarder wegen dan ecologische noodsignalen. De hypothese dat bossen niet alleen CO₂ vasthouden, maar ook biodiversiteit herbergen en klimaatbuffers vormen, lijkt in deze kringen nog onvoldoende peer-reviewed.
Conclusie
Zonder wetgeving wordt het wel diepdonker in het Europese bos. Waar Brussel zich profileerde als klimaatkoploper, lijkt het nu vooral een discipel van de industrie. Ofwel het wordt verdomd lastig bossen te groeien, als de wortels systematisch worden afgekapt.