Amsterdamse AEB centrale hangt al jaren van crises aan elkaar. In de afgelopen week behaalde de AEB een nieuw dieptepunt, met het nieuws over Italiaanse vuilimport. Wekelijks 900 ton extra huisvuil verbranden bij AEB betekent nog meer uitstoot van CO2, fijnstof, stikstof, zware metalen en dioxines in de lucht. Met deze deal tussen Amsterdam en Rome raakt het halen van de doelstellingen voor klimaat, luchtkwaliteit en natuur nog verder uit beeld. Voor Amsterdam wordt het nog moeilijker om de nieuwe luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisaties1www.rivm.nl/nieuws/ingrijpende-maatregelen-nodig-om-who-advieswaarden-voor-luchtkwaliteit-in-2030 www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2022/07/01/onderzoek-naar-het-halen-in-2030-van-de-who-advieswaarden-voor-luchtkwaliteit en de nieuwe Europese richtlijn luchtkwaliteit2www.infomil.nl/onderwerpen/lucht-water/lucht/nieuws/nieuwsberichten/voorstel-nieuwe-eu-richtlijn-luchtkwaliteit te halen, aldus Comite Schone Lucht:

Terwijl Nederland in een stikstofimpasse zit, geeft gemeente Amsterdam toestemming aan  een piekuitstoter van stikstof met jaarlijks 18 ton ammoniak en 691 ton stikstofoxide. Het afval uit Rome wordt in afvalverbrandingsketels verbrand die in 1993 in gebruik zijn genomen. Die ketels zijn nu 30 jaar oud. Dit verklaart mede de relatief hoge emissies van deze ovens. Het gaat hierbij om jaarlijks 10 ton fijnstof, in combinatie met een hoge uitstoot aan zeer giftige dioxines van 200 mg per jaar. Daarnaast draagt de AEB bij aan het klimaatprobleem met jaarlijks 1.3 miljoen ton extra CO2 uitstoot en 42 ton lachgas

Met deze laatste deal wordt de overgang naar een circulaire economie opnieuw geblokkeerd.  Dit terwijl de circulaire economie zich nu toch al in zwaar weer bevindt. Afvalscheiding moet aan de bron plaatsvinden. In Rome in dit geval. Hiermee wordt het probleem verplaatst naar Nederland. Amsterdam werkt hierdoor mee aan het instandhouden van slecht Italiaans afvalbeleid in plaats van een oplossing.

In Rome is niet genoeg capaciteit om het afval te verwerken. De nieuwe installatie is naar verwachting pas op zijn vroegst in 2026 af. Het AEB noch gemeente Amsterdam wil vertellen hoeveel het betaald krijgt, omdat het om ‘’concurrentiegevoelige informatie’’ zou gaan. De gemeente Amsterdam, voor 100 procent aandeelhouder in het bedrijf, heeft actief mee onderhandeld. De deal kwam tot stand mede dankzij interventie van Groen links wethouder Zita Pels. Onderzoekers van CE Delft hebben aangegeven dat er meer opties waren om afval uit Italië te verwerken dan storten in het land zelf of naar Amsterdam te transporteren.


Perscontact
Comité Schone Lucht | Fenna Swart 06 415 14 330
Maarten Visschers 06 344 281 54
Bijlage: Luchtuitstoot 2020 | jaarverslag 2020 AEB


Achtergrond
Vorig jaar nog blijkt de luchtzuivering van de AEB biomassacentrale volstrekt onvoldoende als gevolg van een ondeugdelijke afgasreiniging. Maar beloofde aanpassingen leiden niet tot verbetering en de lijst met incidenten is lang.  Hiaten in de uitspraken van de wethouder en goedmaakbeloftes zijn er volop. Zo zou, volgens de wethouder, de directie van AEB ‘alles onder controle hebben’. Maar door grootschalige chaos en onveiligheid in het bedrijf veroorzaakt door achterstallig onderhoud en gebrek aan toezicht door gemeente, stevent de AEB direct bij aanvang af op faillissement. Na een aantal forse kapitaalinjecties van de gemeente kan sluiting op een nippertje worden voorkomen. Direct hierna besluit de gemeente te verkopen.  In december 2021 wordt de boel verkocht voor 450 miljoen euro aan de Rotterdamse afvalverwerker AVR, in handen van een Chinese investeringsmaatschappij. Tot op heden draait de biomassacentrale met een verouderde omgevingsvergunning en over de natuurvergunning wordt nog geprocedeerd.  Ondanks herhaaldelijk en expliciete verzoeken aan de wethouder om handhaving  blijven deze tot op heden om onduidelijke redenen uit.

Lees verder:
Comité Schone Lucht publicaties
www.bnnvara.nl/joop/artikelen/debacle-amsterdamse-biomassacentrale-exemplarisch-voor-haperend-europees-klimaatbeleid