Grootste certificeringsprogramma (SBP) voor houtkap voldoet niet aan Nederlandse duurzaamheidscriteria

Uit een rapport, vandaag gepubliceerd1www.biofuelwatch.org.uk/2023/sbp-rapport door vijf (inter)nationale milieuorganisaties2Biofuelwatch UK, Comite Schone Lucht NL, Leefmilieu, Dogwood Alliance VS & Estonian Fund for Nature ES, blijkt dat het grootste certificeringsprogramma (SBP)3SBP werd in 2013 opgericht door zeven Europese energiebedrijven, waaronder RWE. Vervolgens voegden zich houtpelletbedrijven en zogenaamde “vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld” bij de energiebedrijven, die geen van allen een maatschappelijke organisatie vertegenwoordigen. Het oorspronkelijk Sustainable Biomass Partnership, werd gewijzigd in Sustainable Biomass Programm nadat milieu-NGO’s weigerden zich aan te sluiten bij dit brancheinitiatief. De SBP classificeert automatisch alle geproduceerde houtpellets onder een van de drie belangrijkste certificeringsschema’s voor bosbeheer – FSC, PEFC en SFI (Sustainable Forestry Initiative) als zijnde in overeenstemming met de criteria van SBP. Bovendien certificeert SBP grote hoeveelheden hout pellets die zijn geproduceerd uit bossen zonder enige bosbeheercertificering. voor houtkap niet voldoet aan de Nederlandse duurzaamheidscriteria. Er ontbreekt een legitieme en objectieve duurzaamheid-standaard voor biomassa-energie. Toch verstrekt de Nederlandse regering miljarden euro’s aan biomassasubsidies (SDE++) aan energiebedrijven op basis van deze SBP certificatie. Nu blijkt dat SBP-certificering geen garantie is dat aan de subsidiecriteria wordt voldaan, dient de Nederlandse overheid de subsidies voor houtpellets die door SBP zijn gecertificeerd, stop te zetten en het besluit om SBP-certificering te erkennen als duurzaamheidsstandaard4Stimuleringssubsidies Duurzame Energie www.rvo.nl/subsidies-financiering/sde te heroverwegen, aldus de milieuorganisaties.

De uitkomsten komen op een cruciaal moment, namelijk voorafgaand aan drie gebeurtenissen die bepalend zijn voor de toekomstige omgang met biomassaverbranding de komende 5-15 jaar: 1) Europese vaststelling van de nieuwe duurzaamheidsrichtlijn in de afrondende trilogen op 7 februari a.s.5dr2consultants.eu/work/eu-energy-and-climate-services/eu-energy-climate-policy-update; 2) Nederlandse parlementaire hoorzitting over subsidies voor biomassa-energie op 16 februari6www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2022A09913 ; en 3) Nederlandse vaststelling van het duurzaamheidskader voor biomassa dit voorjaar, door Rob Jetten, minister van EZK.7www.eerstekamer.nl/kamerstukdossier/kabinetsaanpak_klimaatbeleid

Uit het onderzoek blijkt onder meer een gebrek aan adequaat onderzoek van beweringen van pelletproducenten en door hen verstrekte informatiebronnen. Zo claimt bijvoorbeeld Enviva, ’s werelds grootste hout producent in de VS, dat ‘bos- en kaalkap’ van bossen rijk aan wilde dieren “ecologisch voordelen” heeft. De certificeerder (SCS Global) accepteerde kritiekloos de bewering van Enviva ondanks sterke bewijzen van het tegenovergestelde. Daarnaast blijkt inconsistente interpretatie van bewijsmateriaal door certificeerders: de regionale risicobeoordelingen voor Letland en Estland, beide uitgevoerd door Preferred by Nature, spreken elkaar tegen wat betreft de gevolgen van houtkap voor bosvogels. In het geval van Letland wordt houtkap geclassificeerd als een risico voor bosvogelsoorten. In het geval van buurland Estland worden sommige van dezelfde bosvogelsoorten niet geacht risico te lopen door houtkap. Onder de SBP zijn houtpelletbedrijven verantwoordelijk voor inspecties ter plaatse van houtwinnings- locaties. De houtpelletbedrijven verwachten niet van hun certificeerders dat ze bossen bezoeken. De certificeerders voeren in praktijk alleen een administratieve controle uit.

Onder de huidige certificering wordt uitgegaan dat de koolstofopslag (‘sink’) van bossen sowieso voldoende blijft, ongeacht de mate van bos- en kaalkap. Zelfs wanneer bossen (zoals in Estland) recentelijk een netto bron van koolstofemissies zijn geworden. Dit gebeurt door te vertrouwen op modellen over toekomstige boomgroei, ondanks het feit dat het International Panel on Climate Change (IPCC) heeft gesteld dat we geen decennia aan tijd meer hebben om de koolstofemissies te verminderen voor stabilisatie van het klimaat. Het stoken van houtpellets in grote elektriciteitscentrales is alleen mogelijk dankzij genereuze subsidies voor duurzame energie in het kader van de Nederlandse SDE++. Om voor die subsidies in aanmerking te komen, moet het hout voldoen aan een aantal SDE++ duurzaamheids- en broeikasgaseisen. Sinds eind 2019 voldoen alle pellets die gecertificeerd zijn door het Programma Duurzame Biomassa (SBP) automatisch aan die criteria.

De Nederlandse import van houtpellets is meer dan verachtvoudigd tussen 2017 en 2020. Dit onder meer omdat RWE, Uniper en Onyx het meestoken van biomassa in hun kolencentrales hebben opgevoerd. Momenteel komt het overgrote deel van die pellets uit het zuidoosten van de VS, maar er worden ook aanzienlijke hoeveelheden geïmporteerd uit de Baltische staten.


Er is geen bewijs dat enige vorm van duurzaamheidsstandaard voor biomassa-energie ooit effectief is geweest in het voorkomen van ernstige schade aan bossen, dieren in het wild, het klimaat en gemeenschappen. SBP onderscheidt zich echter als bijzonder bevooroordeeld ten gunste van de bedrijven die zijn certificering gebruiken. Nederlandse erkenning van SBP-certificaten maakt het hele Nederlandse biomassacertificeringsschema zinloos

Almuth Ernsting, Biofuelwatch VK, Hoofdauteur van het rapport

Nu blijkt dat SBP-certificering geen garantie is dat aan de subsidiecriteria wordt voldaan, dient de Nederlandse overheid de subsidies voor houtpellets die door SBP zijn gecertificeerd, stop te zetten en het besluit om SBP- certificering te erkennen als duurzaamheidsstandaard te heroverwegen in komende duurzaamheidskader

Fenna Swart, Comité Schone Lucht NL

Verificatie van internationaal verhandelde biomassa is grotendeels afhankelijk van papieren administratie door leveranciers en energiebedrijven. Dit opent het potentieel voor fraude zoals het mogelijk frauduleus gebruik van verontreinigd afvalhout in Nederlandse biomassacentrales die op dit moment door de Nederlandse autoriteiten wordt onderzocht

Maarten Visschers, Leefmilieu NL

SBP-certificering is presteert onvoldoende door de illusie van natuurvriendelijke inkoop. Dit terwijl SBP geen maatregelen neemt om de cumulatieve effecten van toenemend industrieel bosbeheer aan te pakken. Ook op onderwerpen waar SBP schijnbaar effecten wil reguleren voldoet zij niet

Siim Kuresoo, Estse natuurorganisatie Estonian Fund for Nature ES

Al vele jaren wordt gedocumenteerd hoe Enviva hout haalt uit kaalgekapte hardhoutbossen aan de kust, zonder rekening te houden met dieren in het wild of het klimaat, noch met de gemeenschappen wier gezondheid wordt geschaad door Enviva-pellethakmolens. Het enige doel van SBP lijkt om dergelijke pellets toegang te geven tot markten in binnen- en buitenland

Rita Frost, Dogwood Alliance VS

Contact Pers & Media
Almuth Ernsting, Biofuelwatch VK +44 131 6232600
Fenna Swart, Comité Schone Lucht NL +31 6 415 14 330
Maarten Visschers, Leefmilieu 6 344 28 154
Rapport: https://www.biofuelwatch.org.uk/2023/sbp-rapport/